10 gouden regels voor het spelen op de Interval-fluit:
doe klopspelletjes om de vingergaten blindelings te vinden en zonder te drukken te sluiten
warm de fluit altijd op, houd het mondstuk 3 minuten in de handen voor het spelen
maak geen tuutje maar een “OH” houding van de mond, doe de fluit diep genoeg in de mond, zodat de blaasopening goed vrij blijft voor een soepele ademstroom, dit voorkomt geruis
ontspan je armen tijdens het spelen, houd ze vrij van je romp, als vleugels....
probeer eens hoe zacht je kunt blazen zonder dat de toon teveel omlaag gaat
ontdek (individueel) door harder te blazen wanneer de fluit gaat overblazen in het hogere oktaaf
door in de kring een toon of melodie door te geven ontdek je de individuele klankverschillen
niet blazen door de fluit maar de adem rustig laten stromen, zoals bij bellenblazen
na het spelen de fluit droogwissen en van binnen en buiten een paar druppels Choroi-olie gunnen